Antoni Gaudí (1852-1926) was de bekendste vertegenwoordiger van het Catalaans modernisme, de Spaanse variant van de Art Nouveau.
Aan het eind van de 19e ontstond op veel plaatsen in Europa een onvrede over de heersende architectuur met al haar neostijlen: zo ontstond in Frankrijk de Art Nouveau, in Oostenrijk de Wiener Secession en in Duitsland de Jugendstil. In Spanje kwam deze vernieuwing met name in Catalonië op, waarbij men verder ging dan het zoeken naar een nieuwe vormentaal: er moest een typische, Catalaanse architectuur komen. Gevoed door hun liefde voor Catalonië en het streven naar onafhankelijkheid, brachten deze architecten prachtige, fantasierijke ontwerpen voort. Dit werd nog eens extra mogelijk gemaakt door de relatief nieuwe stadswijk Eixample in Barcelona.
Van Gaudí bespreken we zijn bekendste werk. Zo zien we Casa Batlló (Barcelona, 1907) en Casa Milà (Barcelona, 1907), maar ook vroeger werk als Casa Vicens (Barcelona, 1885) en El Capricho (Comillas, 1885). Daarnaast uitgebreid aandacht voor Park Güell (Barcelona, 1914), oorspronkelijk bedoeld als een luxe woonwijk en natuurlijk zijn levenswerk de Sagrada Família (Barcelona, 1884- ).
Verder in deze lezing ook aandacht voor andere modernisten, denk bv aan Lluís Domènech i Montaner (1850-1923) en Joesp Puig I Cadafalch (1867-1956).